LVO, de nieuwe naam van de LBA

De LBA – de Leidse Bond van Amateurtuinders heeft een nieuwe visie geschreven en besloten dat hier een nieuwe naam bij hoort: LVO – de Leidse Volkstuinorganisatie (LVO). Het is dan duidelijk dat deze club alleen over volkstuinen gaat en niet over stadstuinen of andere groene initiatieven.

In de visie van de LVO wordt natuurlijk tuinieren, sociale samenhang en biodiversiteit van volkstuinen onder de aandacht gebracht van alle leden en alle inwoners van Leiden. De LVO-visie werd gepresenteerd in een bijeenkomst waar ook een wethouder van de gemeente Leiden aanwezig was. De wethouder was blij met de visie en beloofde extra ruimte voor volkstuinen vrij te maken in de Oostvlietpolder. Een mooi voorbeeld van hoe een duidelijke visie over volkstuinen je positie in de gemeente kan versterken!

Link naar het Visiedocument LVO

Omdat de LVO juridisch nog niet bestaat en de LBA wel, blijft veel bij het oude (ook de website). De nieuwe naam moet nog worden opgenomen in nieuwe statuten die daarna door een notaris moet worden vastgelegd. Daarna kan de nieuwe naam worden doorgeven aan de Kamer van Koophandel (KvK). Dan kan ook de website, alle gereglementen en het briefpapier worden aangepast en zal de oude naam Leidse Bond komen te vervallen.

PLANT VAN DE MAAND (november)

Paddenstoelen – fungi

Een paddenstoel is het vruchtlichaam van een schimmel. Terwijl de schimmel onder de grond leeft of onder boomschors krijgt het netwerk aan schimmeldraden bovengrondse uitlopers en daar groeien de paddenstoelen die we zien.

Zwammen en schimmels zijn synoniemen en hebben dezelfde wetenschappelijke naam: fungi.

De paddenstoel vormt slechts een klein deel van de schimmel. Iedere paddenstoel is dus een schimmel, maar een schimmel is niet perse een paddenstoel!

Vanwege het, verontrustende, warme najaar waar geen einde aan lijkt te komen zijn de paddenstoelen laat. Ze verrichten in de tuin belangrijk werk voor je en zijn absoluut onmisbaar in onze natuur. Grofweg zijn er drie groepen paddenstoelen: symbionten, saprofieten en parasieten. Deze drie groepen bereiken hun voedsel op een verschillende manier wat van invloed is op de plek waar de paddenstoel verschijnt. De ene paddenstoel leeft in harmonie met z’n gastheer, de ander ruimt het bos op en een derde kan zelfs een boom dood maken. Dat doen ze gelukkig wel pas als een boom al verzwakt is.

Saprotrofen (saprofieten) ruimen rottend organisch materiaal en dood hout op en zetten dat om in voedsel voor planten. Vaak zie je ze jaar na jaar op dezelfde plek terugkomen. De meeste paddenstoelen behoren tot deze groep. Voorbeelden zijn de parasolzwam, het kleverig koraalzwammetje en de gewone champignon.

Parasieten leven ten koste van de gastheer. Deze zwammen vertonen zich op bomen die in minder goede conditie zijn. Ze vormen hun zwamvlok in het nog levende hout dat daardoor verzwakt en uiteindelijk sterft. Als de boom dood gaat hakt bijvoorbeeld de specht uit het zachte hout een nest of leggen kevers er eitjes in. Goed dus voor het ecosysteem. Voorbeelden hiervan zijn de dikrandtonderzwam, de berkenzwam en de dennenmoorder.

Sommige symbionten zijn mycorrhiza-paddenstoelen of mutualisten. Deze leven in harmonie (symbiose) met hun gastheer. De zwamvlok is vergroeid met de wortels van de boom of plant. De boom levert suikers voor de zwam en de zwam levert voedingsstoffen voor de boom. Door de samenwerking zijn planten beter in staat om in minder ideale omstandigheden te overleven. Voorbeelden zijn eekhoorntjesbrood (bij eiken, beuken, dennen en fijnsparren) en de vliegenzwam (bij berken en dennen).

Kortom, zonder bodemschimmels en zijn paddenstoelen zou een bos in zijn eigen afval omkomen terwijl samenwerkende bodemschimmels voorwaarde zijn voor hun gastheren om te kunnen bestaan. Bovendien hebben bodemschimmels een anti-erosie functie. Hun kleverige draden houden gronddeeltjes samen en zorgen er voor dat bij heftige regenval, de bodem op zijn plek blijft en niet wegspoelt.

Daarnaast kennen we bodemschimmels als een natuurlijke bron voor medicijnen. De penseelschimmel kan bijvoorbeeld penicilline maken. Dat is een antibioticum dat schadelijke bacteriën in het lichaam bestrijdt.

Ben je benieuwd welke soort paddenstoel jij in de tuin hebt en hoed ie heet? Kijk dan op: https://www.nederlandsesoorten.nl/linnaeus_ng/app/views/search/nsr_search_pictures.php?name_id=&group_id=116300&group=Fungi&photographer=Ab+Neutel&validator=&group=Fungi

Bron: https://www.ivn.nl/beleef-de-herfst/paddenstoelen/alles-weten-over-paddenstoelen

Commissie Natuurlijk Tuinieren

Verslag van de lezing van de Commissie Natuurlijk Tuinieren

Het vergeten plantseizoen – informatieve workshop met Anne Marie van Dam

Op zaterdag 22 oktober was er in het verenigingsgebouw van Ons Buiten een lezing van bodemkundige Anne Marie van Dam. Zij vertelde over het belang van vermeerdering van planten juist in de herfst. De beste maanden om planten te stekken en te vermeerderen is in september en oktober. De aarde is dan nog warm terwijl er vanwege de koelere lucht weinig verdamping is. De dagen zijn vrij lang en het regent regelmatig zodat de stekken voldoende tijd, licht en vocht krijgen om zonder (veel) aandacht een wortelgestel te ontwikkelen voordat ze in winterrust gaan en het volgende voorjaar bloeien. Bovendien heb je goed zicht op je tuin zodat je weet op welke plekken je in het voorjaar wilt planten en welke planten je wilt vermeerderen door scheuren, delen of via de zaailingen die her en der zijn opgedoken. In het voorjaar is er weliswaar evenveel licht maar veel minder vocht waardoor de grond te droog is en je voortdurend water moet geven.
Verplanten levert stress op bij de planten omdat ze in een andere omgeving en andere grond worden gezet waar de verdamping anders is. Gestresste planten verzwakken en zijn daardoor een makkelijke prooi voor slakken. Met hun voelsprieten voelen en ruiken ze de stress bij de planten en vallen deze in het voorjaar massaal aan.
Een ander voordeel van planten in de herfst is dat je tegelijk de biobloembollen in de grond kunt zetten zodat je deze niet hoeft te markeren om te voorkomen dat je er later een andere plant bovenop zet.
Anne Marie benadrukte het gebruik van potgrond zonder veen van bijvoorbeeld biokultura (die in het winkeltje te koop is) of kokospotgrond. Je kunt ook zelf bladcompost maken. Anne Marie van Dam heeft onlangs met Caroline de Vlaam een interessant boek uitgebracht: ‘Leve de bodem! Een gezonde basis voor elke tuin‘ Meer informatie hierover kun je vinden op haar website: www.annemarievandam.nl

Wist je dat…

  • In december er nog maar 1/10e van het licht is in vergelijking met de zomermaanden en dat er in november dus ook al beduidend minder licht is?
  • hoe meer licht er is hoe meer planten verdampen?
  • hoe minder licht hoe minder je water hoeft te geven en hoe minder stekken doodgaan?
  • verplanten stress oplevert bij de planten?
  • hoe méér vocht er in de plant zit hoe minder snel hij bevriest?
  • april de droogste maand is van het jaar? (zie: www.klimaatatlas.nl – neerslag en verdamping)
  • bladeren in een vuilniszak er anderhalf jaar over doen om bladcompost te worden?
  • je dan gratis duurzame, voedzame en ecologisch verantwoorde potgrond hebt?
  • bladeren van lindes, wilgen en essen de meeste voedingswaarde bevatten?
  • de grote kattenstaart groen stuifmeel heeft?
  • de kattenstaartdikpoot alleen foerageert op de grote kattenstaart en daarna met groene pootjes weer verder vliegt?

Commissie Natuurlijk Tuinieren

Bloembollen en bijen

Waarom het belangrijk is om biologische bloembollen te kopen?

Vroegbloeiende bloembollen zijn de eerste belangrijke voedselbron voor jonge hommelkoninginnen, honingbijen en sommige wilde bijen omdat er verders nog weinig bloeiende planten te vinden zijn.
Maar dan moeten deze bijen wel gifvrij voedsel aangeboden krijgen. Vooral bestrijdingsmiddelen die tot de groep van de neonicotinoïden behoren zijn al in hele lage concentraties giftig voor bijen. Hoewel vele middelen voor buitenteelten zijn verboden blijkt toch dat bloembollen nog vaak veel bestrijdingsmiddelen bevatten. Zo heeft Velt (Vereniging voor Ecologisch Leven en Tuinieren) in 2021 nog een aantal regulier geteelde bloembollen en biologische geteelde bloembollen (van ieder 5 zakjes) laten testen op de aanwezigheid van bestrijdingsmiddelen.

De gangbare bloembollen bevatten veel bestrijdingsmiddelen. Tussen de 7 en 13 verschillende middelen werden teruggevonden per soort. De meeste middelen zijn fungiciden (schimmeldodende middelen) maar er werd o.a. ook Imidacloprid gevonden. Dit middel behoort tot de insecticiden, de groep van de neonicotinoïden! Terwijl dit middel inmiddels verboden is voor de buitenteelt. De concentratie van Imidacloprid die werd aangetroffen in de bloembollen was 10 nanogram. Dat is weinig, maar 4 nanogram is al dodelijk voor een bij!
En ook de fungiciden (schimmelbestrijding) zijn niet ongevaarlijk. Het is uit onderzoek bekend dat fungiciden geen directe schadelijke invloed hebben op bijen, maar in combinatie met andere bestrijdingsmiddelen wel degelijk schadelijke blijken te zijn.

Een groot hiaat in het toelatingsbeleid van bestrijdingsmiddelen is dat deze alleen als enkele stof op hun schadelijkheid worden getest. Er wordt niet gekeken naar de schadelijkheid van een combinatie van middelen. En dan te bedenken dat er wel 17 verschillende middelen werden aangetroffen in de bloembollen. De kans is groot dat dit extra schadelijk is voor bijen en andere organismen.

Zulke bloembollen wil je toch niet in je tuin aanplanten!

Ook bij 4 van de 5 biologische monsters werden sporen van bestrijdingsmiddelen aangetroffen. Het betrof slechts 1 of 2 soorten middelen. Hun aanwezigheid is waarschijnlijk het gevolg van historische vervuiling (middelen kunnen lang in de grond actief blijven). Deze conclusie kan worden getrokken omdat de middelen nog in hele lage concentraties werden teruggevonden en het middelen betreft die al jaren niet meer gebruikt worden (sinds 2007).
Wil je bijen gezond voedsel aanbieden? Kies dan voor biologisch geteelde bloembollen.

En let op: de tekst “bijenvriendelijk” zegt niets over de aanwezigheid van bestrijdingsmiddelen, de plant of bloem van de plant trekt bijen aan.

Bron: bijenstichting.nl 2021

Bij

Plant van de maand

Goudsbloem – tuingoudsbloem – Calendula officinalis

De maand oktober is de maand van de goudsbloem! Hoewel de gele of oranje goudsbloem eenjarig is zaait hij zich gemakkelijk uit. Voor de zekerheid kun je aan het einde van de herfst zaden oogsten en deze uitstrooien op een stukje geschoffelde grond.  Bedek de zaden met wat aarde. Ze bloeien dan het volgende voorjaar. Zaai in maart, april, mei of juni als je hetzelfde jaar bloemen wilt. Ze bloeien tussen juni en oktober en dankzij het warme weer soms langer.

Kies een plekje uit waar veel zon komt. Goudsbloemen groeien op bijna alle soorten grond, behalve als het echt heel nat is. Voedselrijke grond heeft de voorkeur.

Van oudsher gebruikten mensen de antiseptische werking van de goudsbloem als medicinale plant, bijvoorbeeld in de bekende calendulazalf. De oranjegele bloemen zijn ook geschikt om te eten. Zowel rauw als in gekookte en gestoofde gerechten. De bloemblaadjes kun je onder meer toevoegen aan salades en je kunt er thee van zetten. Of je droogt de bloemen voor soepen en baksels zoals cake. Met de bladeren kun je kleur geven aan rijst.

Naast een nuttige plant voor de mens is de goudsbloem een drachtplant voor honingbijen en solitaire bijen en trekt bovendien zweefvliegen aan. Langs het huis geplant, houdt goudsbloem mieren tegen. Geen wonder dus dat de goudsbloem plant van de maand oktober is!

Commissie Natuurlijk Tuinieren

PLANTENRUILBEURS


Zaterdag 1 oktober is er weer een ruilbeurs van 10.00 tot
12.00 uur bij de ruilbakken tegenover het Verenigingsgebouw.
-Wie : Van alle tuinders voor alle tuinders
-Wat: Al je stekjes, planten of gedeelde plantenpollen
-Waar: Naast het verenigingsgebouw bij de ruilbakken
-Wanneer: de eerste zaterdag van de maand van 10.30- 12.00 uur.

Kom je plantjes en stekjes brengen en ga met een ander leuk plantje naar huis. Niets te ruilen? Ach wie weet staat er toch iets leuks bij en dan breng je de volgende keer gewoon iets mee.

Alle tuinders van Ons Buiten wordt gevraagd eens kritisch rond te kijken in je volkstuin of buuurtuin: waar zou je een medetuinder gelukkig mee kunnen maken?
De uitgedijde bieslook kun je misschien kleiner maken waardoor de plant wat meer ruimte krijgt om uit te groeien en kijk: met het afgestoken deel maak je een andere tuinder weer blij. Bloemen of groenten gezaaid? Dat doe je niet met 1 of 2 zaadjes, maar met minstens 10 voor mogelijk verlies. Als alles dan aanslaat heb je dus over. Neem de zaailingen mee en deel ze met andere tuinders. Jullie merken het wel, ik maak reclame voor de ruilbeurs: het is leuk om in de bakken te kijken en er telkens andere plantjes in te zien staan. Dus doe even je best, neem iets mee naar de ruilbakken en ga daarna ook weer met een ander plantje terug naar je tuin.



Tot zaterdag 1 oktober,


Commissie Natuurlijk Tuinieren

TUINVLINDERTELLING


Van vrijdag 15 juli tot en met zondag 17 juli 2022 was de tuinvlindertelling. Volgend jaar is er weer een nieuwe kans om mee doen.

Hoe werkt het?
Loop een rondje door de tuin en noteer gedurende 15 minuten alle vlinders die je ziet. Maar tel deze waarnemingen niet bij elkaar op, want dan kan het zijn dat je vlinders twee keer telt. Geef van elke soort het hoogste aantal door dat je tegelijk hebt gezien. Voorbeeld: je ziet eerst 3 dagpauwogen tegelijk. Tien minuten later zijn er weer 2 dagpauwogen. Dan geef je door: 3 dagpauwogen.
Zie je later op de dag of één van de andere teldagen weer vlinders? Dan kun je die doorgeven via een nieuwe telling. Heb je een vlinder gezien die niet in de tellijst staat? Dat kan; we tellen alleen de meest voorkomende soorten in tuinen. Je hoeft deze waarneming dan niet in te vullen.

Belangrijk: als je geen vlinders ziet is het ook belangrijk om
dit door te geven. Deze data zijn net zo belangrijk als tellingen
waar wel vlinders gezien zijn. Vul dan ‘0 dagvlinders gezien’ in
het telformulier.

Vlinder op een blad

PLANT VAN DE MAAND JULI


Komkommerkruid – Borago officinalis – Bernagie

Deze geweldige plant mag eigenlijk niet ontbreken in de tuin, vooral niet als je de bijen een handje wilt helpen. De blauwe bloemetjes staan fleurig in een salade en smaken zoet. Het blad kun je gebruiken als bindmiddel in soepen en sauzen en smaakt naar komkommer. Rauw kun je het blad ook eten maar de beharing vindt niet iedereen prettig op de tong. Het behoort dan ook tot de familie van ruwbladigen.
Komkommerkruid heeft een diepe penwortel en is goed in het openbreken van verdichte grond. Bovendien houdt het plaagdieren weg bij omringende planten. Bijen en hommels zijn dol op deze plant. Na de bloei kun je het komkommerkruid omspitten en als groenbemester inzetten. Er zijn maar weinig planten die zoveel functies in de tuin hebben. Bovendien bloeit het lang, van mei tot aan de herfst.
Hoewel het een eenjarige plant is, zaait hij zichzelf gemakkelijk uit dus als je hem een keer hebt dan komt hij meestal terug. Voor de zekerheid kun je wat zaden verzamelen. De beste grond is voldoende vochtig maar niet nat, leem en zandgrond zijn beide goed. Kies voor een plek met veel zon en niet teveel wind. Bij harde wind kunnen de planten omwaaien. Vrijstaand groeien de planten enorm uit en worden zo’n 50-70 cm hoog.

Commissie Natuurlijk Tuinieren

Komkommerkruid – Borago officinalis – Bernagie